De bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak is niet te ontlopen door als dga de auto van de bv te huren voor privégebruik, ook niet als daar een zakelijke vergoeding tegenover wordt gesteld.
Dat blijkt uit twee recente uitspraken van het Gerechtshof Den Haag en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In beide zaken had de dga een naheffingsaanslag gekregen van de fiscus in verband met privégebruik van een auto die in bezit was van de bv waarin ze een (in)direct aanmerkelijk belang hielden. Beiden hadden geprobeerd de bijtelling te omzeilen met behulp van een huurconstructie.
Hof Arnhem-Leeuwarden
De dga wiens zaak bij het hof Arnhem-Leeuwarden diende gebruikte een ter beschikking gestelde Volvo voor vakanties naar Noorwegen en Oostenrijk. In totaal reed hij 5.621 kilometer met de Volvo tijdens de vakanties. Voor het gebruik van de Volvo voor de vakantieperioden sloot hij een huurovereenkomst met de vennootschap. Op grond daarvan betaalde hij een zakelijke vergoeding voor het gebruik van de Volvo aan de vennootschap van € 1.106. Ook nam hij de brandstofkosten en vignetkosten voor zijn rekening.
Het hof oordeelt dat de overeengekomen kortstondige verhuur van de Volvo de terbeschikkingstelling van de Volvo niet doorbreekt. Dit betekent dat er van moet worden uitgegaan dat de Volvo gedurende het gehele jaar 2015 aan de dga ter beschikking is gesteld in de zin van de autokostenfictieregeling. In dat geval rust op de dga de last overtuigend aan te tonen dat de Volvo in 2015 voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Aangezien de tijdens de twee vakanties met de Volvo gereden kilometers als privé dienen te worden aangemerkt, is de dga daarin naar het oordeel van het Hof niet geslaagd. De inspecteur heeft dus terecht een bijtelling in het kader van de autokostenfictieregeling tot het loon van de dga gerekend.
Hof Den Haag
Ook bij het Hof Den Haag was de bijtelling in geschil. De dga stelde eveneens dat geen sprake was van een aan hem ter beschikking gestelde auto doordat hij de auto van de vennootschap huurde voor de privékilometers. De stelling van de dga werd echter verworpen. Het van de vennootschap huren van de auto ten behoeve van privégebruik maakt niet dat geen sprake is van een ter beschikking gestelde auto als bedoeld in artikel 13bis van de Wet, oordeelt het hof Den Haag. De dga had gesteld dat ter voldoening van de huurnota’s een boeking in rekening-courant had plaatsgevonden, maar hij kon die stelling niet met enig bescheid onderbouwen. De dga heeft naar het oordeel van het hof dan ook niet aannemelijk gemaakt dat de verschuldigde vergoeding voor het privégebruik van de auto, zijnde de huurkosten, daadwerkelijk op hem hebben gedrukt. De huurkosten kwalificeren dan ook niet als een vergoeding die hij voor het gebruik van de auto voor privédoeleinden was verschuldigd, als bedoeld in artikel 13bis, negende lid, van de Wet, zodat verrekening van de huurkosten ten laste van het belaste voordeel geen toepassing vindt. De partijen kwamen ter zitting overeen dat de mede in geschil zijnde verzuimboete wordt verminderd tot € 1.000.