Uitgaven voor scholing kunnen onder voorwaarden een aftrekpost vormen in de inkomstenbelasting. Het moet gaan om de uitgaven die iemand doet voor het volgen van een opleiding, die is gericht op het verwerven van inkomen in box 1.
De opleiding kan gevolgd worden om nieuwe vakkennis of bekwaamheid te verwerven, maar ook om bestaande vakkennis of bekwaamheid in stand te houden. Een procedure voor de rechter ging over de vraag of iemand de door zijn echtgenote gemaakte opleidingskosten in aftrek kon brengen. Opmerkelijk was dat de echtgenote een zelfstandige ondernemer was en dat de opleiding betrekking had op het op peil houden van de vakkennis van de echtgenote.
De opleidingskosten vormden dus kosten van de onderneming en konden in mindering gebracht worden op de winst uit onderneming van de echtgenote. Dat had tot gevolg dat de man deze kosten niet als scholingsuitgaven in aftrek kon brengen. Anders dan de man meende heeft hij hierin niet de vrije keus.
Het enkele feit dat de echtgenote na toepassing van de zelfstandigenaftrek een zo lage winst had dat aftrek van de gemaakte kosten fiscaal geen nut had, maakte dat niet anders.