Regeerakkoord PVDA en VVD

Bron: Overig | publicatie | 01-11-2012

De nieuwe coalitie van PvdA en VVD heeft haar regeerakkoord gepubliceerd. Daaruit blijkt wat we in de komende jaren kunnen verwachten aan maatregelen op diverse terreinen. Uiteraard geldt voor de aangekondigde maatregelen dat de benodigde wetsvoorstellen nog moeten worden ingediend en dat moet worden afgewacht in hoeverre deze maatregelen zullen worden ingevoerd.

AOW
Uit het deelakkoord was al bekend dat de AOW-leeftijd sneller dan eerst was voorgesteld wordt verhoogd tot 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 en vervolgens wordt gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting.
Voor mensen die op 1 januari 2013 een VUT- of prepensioenuitkering hebben van maximaal 150% van het minimumloon komt er een overbruggingsregeling.
Er komt een doorwerkbonus voor werknemers van 61 tot 65 jaar met een inkomen tussen 90% en 175% van het wettelijk minimumloon. Hiermee kunnen zij sparen om de financiële gevolgen van de stijging van de AOW-leeftijd op te vangen.
De uitkering voor samenwonenden wordt gelijkgetrokken met die voor gehuwden.

Sociale verzekeringen
De huishoudinkomenstoets wordt vervangen door een huishouduitkeringstoets om stapeling van uitkeringen te voorkomen.
De maximale duur van een nabestaandenuitkering wordt beperkt tot een jaar.
Het stelsel van kindregelingen wordt vereenvoudigd en versoberd. Per 1 januari 2015 vervalt een aantal kindregelingen en blijven alleen de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de kinderopvangtoeslag en de inkomensafhankelijke combinatiekorting bestaan. De bedragen van de kinderbijslag worden verlaagd naar de bedragen van de jongste leeftijdscategorie. Deze maatregel wordt al in 2014 ingevoerd.

Pensioenopbouw
Het moet mogelijk zijn om in veertig dienstjaren een pensioen van 70% van het
gemiddeld verdiende loon op te bouwen. Het maximale opbouwpercentage per dienstjaar wordt met 0,4% verlaagd tot 1,75%. De fiscaal gefacilieerde pensioenopbouw geldt tot een inkomen van € 100.000.

Onderwijs
De langstudeerboete voor studenten wordt afgeschaft.
Met ingang van september 2014 komt er voor nieuwe studenten een sociaal leenstelsel in plaats van de huidige studiefinanciering. De aanvullende beurs blijft bestaan.
De openbaarvervoerkaart voor studenten wordt met ingang van 2016 een kortingkaart.
De regeling van gratis schoolboeken wordt afgeschaft.

Zorg
De zorgpremie wordt in hoofdzaak inkomensafhankelijk. In dat kader verdwijnt de zorgtoeslag per 1 januari 2014. Het eigen risico wordt met ingang van 2015 inkomensafhankelijk. De zorgkosten blijven gelijk verdeeld tussen werkgevers en werknemers.
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt beperkt tot onverzekerbare risico’s, de zwaardere zorg voor ouderen en gehandicapten. De doelgroep kent een brede, levenslange vraag naar zorg die vanuit zorginstellingen wordt geleverd. De uitvoering wordt gecentraliseerd.

Woningmarkt
In aanvulling op de voorwaarde dat annuïtair moet worden afgelost om recht te hebben op belastingaftrek bij nieuwe hypotheken, wordt voor bestaande en nieuwe hypotheken vanaf 2014 het maximale belastingtarief voor aftrek teruggebracht van 52% naar 38%. Dat gebeurt in stappen van 0,5% per jaar. De opbrengst wordt gebruikt voor verlaging van het hoogste tarief en voor verlenging van de derde belastingschijf in de inkomstenbelasting.
De rente op restschulden kan gedurende maximaal 5 jaar en onder voorwaarden worden afgetrokken.
De huurtoeslag blijft bestaan.

Arbeidsmarkt
Het ontslagrecht wordt hervormd. De preventieve ontslagtoets van de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV) blijft bestaan, maar de ontslagprocedure bij de kantonrechter vervalt. Een ontslagen werknemer kan naar de rechter stappen. Als de rechter vindt dat het ontslag onterecht is gegeven of aan de werkgever te wijten is, kan hij een vergoeding toekennen. De ontslagvergoeding bedraagt maximaal een half maandsalaris per dienstjaar, met een grens van € 75.000. Als de werkgever is afgeweken van een negatief ontslagadvies, kan de rechter het ontslag ongedaan maken.
De werkgever kan naar de rechter stappen als hij iemand wil ontslaan ondanks een opzegverbod of als hij een tijdelijk contract zonder opzegmogelijkheid wil ontbinden.
Bij onvrijwillig ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract van een jaar of langer moet de werkgever een vergoeding voor scholing betalen. De vergoeding bedraagt een kwart maandsalaris per dienstjaar met een maximum van vier maandsalarissen.
De preventieve ontslagtoets bij het UWV vervalt als in de cao een vergelijkbare procedure is geregeld.
De duur van de WW-uitkering wordt maximaal 24 maanden. De eerste 12 maanden is de uitkering loongerelateerd. Daarna is uitkering 70% van het wettelijk minimumloon.
Voor 55-plussers die ontslagen worden gaat de inkomensvoorziening voor oudere
werklozen (IOW) gelden zonder partner- of vermogenstoets en met sollicitatieplicht.
De IOAW vervalt. De WW-premie wordt verhoogd en mogelijk per werkgever gedifferentieerd.
Bij cao mag worden afgeweken van het afspiegelingsbeginsel. Dat beginsel houdt in dat ontslagen evenwichtig moeten worden gespreid over de verschillende leeftijdsgroepen.

Ondernemers
De Garantieregeling Ondernemingsfinanciering wordt structureel. Het garantieplafond bedraagt € 400 miljoen per jaar.
Het kredietplafond van de microfinancieringsorganisatie Qredits wordt verhoogd van € 50.000 tot € 150.000.
Binnen het Innovatiefonds MKB+ komt meer ruimte om risicodragend vermogen aan jonge innovatieve bedrijven te verstrekken.
De Wet afdrachtvermindering Onderwijs wordt afgeschaft en vervangen door een subsidieregeling op de begroting van het ministerie van Onderwijs. Het budget voor de nieuwe regeling bedraagt de helft van het huidige niveau van de afdrachtvermindering onderwijs.
In 2014 wordt € 93 miljoen bezuinigd op de research- en developmentaftrek (RDA), de innovatiebox en de WBSO. Vanaf 2015 bedraagt de bezuiniging € 160 miljoen per jaar.

Belasting- en invorderingsrente
De belastingrente wordt voor de vennootschapsbelasting gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8%. Voor de overige belastingmiddelen en voor de invorderingsrente blijft de rente gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een ondergrens van 4%.

Overige maatregelen
De vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers vervalt per 1 januari 2014.
De maximale arbeidskorting wordt in 2014 verhoogd met € 125. De verhoging loopt jaarlijks op tot € 500 in 2017.
De in het Belastingplan 2013 opgenomen verhoging van de forfaitaire ruimte van de werkkostenregeling met 0,1% vervalt.